16 augustus, 2021
Naar blogTerugblik op de lockdown – hoe stilte klinkt
Hoe stilte klinkt
Bij het volledig ontbreken van geluid hoor je pas hoe stilte klinkt. Dat klinkt logisch, maar door de schaarste van stilte in ons dagelijks leven, kan stilte opvallend intens klinken als je hem ineens hoort. En stilte in een wijk waar je in dertig jaar nog nooit écht stilte hebt gehoord klinkt magisch. Oorstrelend. Het is woensdagavond half 12 ergens in april dit jaar, Nederland zit in een lockdown en ik wilde niet op tijd thuis zijn.
Ik was gewoon rebels. Een paar biertjes, rosétjes en een baguette met brie in combinatie met de eerste zonnestralen van de lente gaven me het gedrag vergelijkbaar met een Franse campingeigenaar die geen Engels wil praten tegen zijn gasten; je weet dat het stom is waar je mee bezig bent, maar toch doe je het. We mochten vanaf vandaag tot 22.00u naar buiten, maar het was gezellig bij de vriend waar ik was en ik wilde nog niet naar huis.
Het is 23:32u als ik op mijn fiets naar huis rijd en de verbazing begint. Op geruis van de auto’s op de snelweg na is er niks te horen of zien. Waalwijk is zo goed in het stil zijn dat het een prijs verdient. Het zal vast op meer plekken stil zijn, maar toch voelt het als een toepasselijke prijs: meest stille stad van Nederland. En al zijn er meer steden die zo stil zijn, geef ze allemaal die prijs. Ze zullen er vast niet over van de daken schreeuwen lijkt me.
Ik zie voor het eerst in 500 meter beweging. Een man met een hond. Zijn blik zoekt naar mijn hond en vervolgens kijkt hij me veroordelend aan. Ik heb geen hond, heb alleen mijn rebelsheid bij me momenteel. De man maakt me meer bewust van het feit dat ik iets fout doe. Ik heb geen noodzaak om buiten te zijn. Ik moet binnen zijn.
Ik fiets door richting Baardwijk en vanuit de Groen van Prinstererlaan draai ik de Teisterbantlaan op en fiets voor zorgcentrum BaLaDe langs. Op het moment dat de Teisterbantlaan overgaat in de Merwedelaan kom ik op een punt dat de flats aan de linkerkant het geruis van de snelweg blokkeren. Het geruis maakt plaats voor com-ple-te stilte. Ik kijk over het Johan Cruijff Court heen richting het Mandemakersstadion en ik kan me de drukte rond het stadion alleen inbeelden. Nu is er geen beweging. Het is ook windstil, dus zelfs de lucht fluistert niks. Ik kijk langs de flats en ik zie niks. Ik ga stilstaan, kijk om me heen en zie niemand. Ik adem diep in. Ik voel me een acteur op een verlaten set. Ik leg mijn fiets voorzichtig neer en knip met mijn vingers. Het wegebben van het knipgeluid bevestigt de complete stilte nog eens goed. Apocalyptisch. Het is fantastisch.
Dan hoor ik geluid. Een auto komt de hoek om rijden. Het is een politiewagen en hij stopt naast me. De dienstdoende agent stapt uit en vraagt me wat ik aan het doen ben. Ik vertel hem dat ik luister naar de stilte omdat het zo lang geleden is dat ik die gehoord heb. De agent kijkt eerst verbaasd, wil dan beginnen met praten, waarop ik met mijn vinger in de lucht de stilte aanwijs. Hij zegt niks, hij kijkt me aan, glijdt dan met zijn ogen de verte in en hoort zichtbaar wat ik hoor; stilte. En daar staan we dan, twee zielen samen moederziel alleen met een band geschapen door het simultaan meemaken van een bijzondere ervaring. Connectie gesmeed door de zeldzaamheid van een natuurverschijnsel. Twee zielen, één moment, geen zintuig bezoedeld door afleiding, samen alleen zijn met de tijd die lijkt stil te staan. De wereld op pauze.
‘Ja, prachtig’, zegt hij dan, de stilte verbrekend, ‘dat wordt dan vijfennegentig euro.’
Plaats bericht