‘Heb jij nog iets gehoord van de IND?’ vraag ik.
Ik praat traag en spreek ieder woord overdreven articulerend uit, zoals een verpleegkundige tegen een klein kind zou kunnen praten om uit te leggen wat er gaat gebeuren voor een operatie. Ik praat tegen Ozer, een 37-jarige, Syrische man die zo’n tien jaar geleden met zijn gezin naar Turkije vluchtte. Daar woonde hij tot een aantal jaar geleden, waarna hij vanwege illegale deportaties in dat land opnieuw moest vluchten. Zijn gezin zit momenteel in een vluchtelingenkamp tussen die twee wrede werelden. Hij besloot de overtocht te maken naar Nederland – op zoek naar rust, vrede, een betere wereld voor zijn kinderen en wellicht een beetje levensgeluk. Ik ben sinds begin dit jaar taalcoach van Ozer, hij zit tegenover me met een theetje en ik vraag of hij al iets gehoord heeft over de mogelijkheid tot nareizen van zijn vrouw en drie kinderen. De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) zou binnen 6 maanden uitsluitsel geven. Die 6 maanden verstreken en ze vroegen uitstel aan. Dat uitstel zou 4 weken duren. We zijn nu 7,5 maand verder.
‘Ah, slechte nieuws..’ antwoordt hij.
Ik heb Ozer de afgelopen tijd leren kennen als een man die heel vrolijk kan zijn, maar net zo vaak best neerslachtig voor de dag komt. Als hij vrolijk is praat hij veel, maakt hij grapjes, wil hij zich ieder woord dat hij niet kent meester maken en kan de ronde die we samen wandelen hem niet groot genoeg zijn. Laatst gebruikte hij de voetballer Lautaro Martinez van Inter Milaan als ezelsbruggetje om te onthouden wat hij moest zeggen als ik naar een lantaarnpaal wees. Klinkt hetzelfde. Nadat hij het woord drie keer was vergeten riep hij het nu vol trots uit. Hij lachen. Ik klappen. Het zijn de kleine dingen. Als hij neerslachtig is komt er weinig uit en dan gaat het in onze gesprekken vooral over de absentie van zijn gezin en over de vraag hoe lang het nog zal duren voordat hij iets hoort van de IND. Onze afspraken duren dan korter. Hij lacht dan wel als ik een grapje maak, maar dat lijkt vooral uit beleefdheid te zijn. Als zijn gezin niet mag nareizen, welke opties blijven er dan in godsnaam voor Ozer over?
‘Wat? Hoezo slecht nieuws?’ vraag ik.
Ik ben bang voor het antwoord. Ik voel mijn hart kloppen en krijg het warm. En terwijl dit gebeurt besef ik dat ik me enerzijds écht ben gaan bekommeren om het lot van Ozer, en anderzijds dat ik er eigenlijk altijd vanuit ben gegaan dat het wel goed zou komen. Nu bedenk ik me ineens dat dat helemaal niet vanzelfsprekend is. In de twee seconden stilte die volgen schiet er van alles door mijn hoofd. Van een kabinet dat minder asielzoekers wil huisvesten, tot mogelijke gegronde redenen waarom ze zijn gezin niet zouden laten nareizen, tot de vraag waarom iemand ooit zoiets onmenselijks zou beslissen. Ieder mens dat Ozer kent zou zijn gezin hem achterna laten komen. Niet ieder systeem. Het systeem kent Ozer niet.
‘Krijge geen reactie advocaat, nog steeds ik wacht..’ zegt hij.
Mijn hart maakt een sprongetje. Geen nieuws is wat mij betreft geen slecht nieuws, maar gewoon geen nieuws. Maar toch, die paar seconden dat hij me in de waan liet dat zijn gezin niet mocht nareizen deden me wel beseffen dat die optie ook echt bestaat. Ik heb goede hoop, maar Ozer leeft natuurlijk al een kleine twee jaar tussen hoop en vrees. Wellicht verklaart dat de verschillen in zijn gemoedstoestand. Hoop doet leven en lachen. Vrees maakt neerslachtig.
‘Ah, nog even afwachten. Komt goed!’ probeer ik hem gerust te stellen.
Hij kijkt me aan met een taxerende blik, alsof hij in mijn ogen op zoek is naar antwoorden. Hij drinkt van zijn kopje thee en lacht beleefd.
Ik lach terug, enigszins vertwijfeld, wetend dat ik de antwoorden ook niet heb.
Hoewel ik dit verhaaltje graag op een mooie manier af zou ronden, heb ik nog geen nieuws. Het kan nog beide kanten op. Ik hoop dat hij snel iets hoort en dat het nieuws dan positief is. Als je Ozer kende zou je met me mee hopen. Las je dit en dacht je: ‘Eén keer in de week ouwehoeren met een vluchteling om diegene zo met de Nederlandse taal te laten oefenen,’ dat is misschien ook wel iets voor mij’? Check: vluchtelingenwerk.nl
De afbeelding is gemaakt met behulp van AI en is geen correcte weerspiegeling van de werkelijkheid.
Plaats bericht
Marian Mahieu
Interessant verhaal Joep. Stomme politiek die moeilijk deed over de nareizende gezinnen en er zelfs het kabinet op liet vallen terwijl het in verhouding idd om weinig mensen ging. Gewoon om signaal af te geven dat Nog meer asielzoekers niet welkom zijn. Het schiet allemaal niks op en ik kan me heel goed voorstellen dat je Ozoz heel graag een positief bericht zou gunnen.