Ik wil in een koffieshop gaan zitten.
Staren naar het einde van de straat of het begin van een kruispunt.
Kijken naar de langsrazende mensen en de te verwachten gedachten die ze met zich meesleuren.
Achter een raam met een bak koffie en een schrift en potlood.
Met voor me het schouwspel van het dagelijkse leven op straat zoals we het kennen, herkennen, maar soms vergeten vol bewondering te erkennen.
Ik wil kunnen roeren in mijn cappuccino met de onhandigheid die wordt bewerkstelligd door het observeren van een ander.
Een lief mens lacht en het is een moment.
Ik wil de geur vergeten omdat ik al zo lang binnen ben, maar bij het terugkomen na een toiletbezoek weer herkennen.
En erkennen.
Dat het geluk in de kleine dingen zit, zoals het ruiken van de geur in een koffieshop.
Ik wil het leven betekenis geven door een plek van besef van ultiem geluk te duiden.
Vanaf overal in mijn leven met tevreden glimlach die plek kunnen betreden.
Een handigheidje om moeder natuur te bedanken voor koffie en vader der tijd te vergeven dat hij ooit zoiets stoms heeft kunnen bedenken.
Ik wil tijdloos dralen in geluksbesef.
In het moment zijn met gedachten die verspringen van herinneringen waar ik content mee ben, naar toekomstplannen die me begeesteren.
Waar in het nu zijn vergemakkelijkt wordt door het totale gebrek aan spijt van gedane daden en het rustgevende gevoel dat alles wat komen gaat een gift nog niet gegeven is.
‘Ahum..’
Ik wil mensen zien en ze een glimlach gunnen die zo oprecht is dat slechts een glimlach retour tot de mogelijkheden behoort.
Ik wil.
Een moment tussen twee vreemden dat haar betekenisloosheid verliest door de wederzijdse tevredenheid na het vergeten van een seconde eenzaamheid.
‘Goedemorgen meneer, wat wilt u?’
‘Wat ik wil? Een bak.
Zet jij hem even?
Ik ben te druk met leven.’
Plaats bericht