Ik hoorde het laatst iemand zeggen: ‘carnaval gaat nergens over’. Diegene kwam van boven de rivieren én diegene had carnaval nog nooit meegemaakt, dus diegene kon het eigenlijk ook niet zo goed weten. Maar toch moest ik diegene gelijk geven.
Carnaval gaat namelijk niet over de outfits of de boerenkielen, dat is slechts een onderdeel van het geheel. Het gaat ook niet over het bier en de nog een en nog een en doe nog maar een. Het draait niet om de dweilmuziek, de live-bands en de originele, virtuoze taalnummers. Het gaat niet om de prachtige, creatieve praalwagens waar mensen het hele jaar door hun tijd en energie in stoppen. Het veranderen van de stadsnaam in een tijdelijk pseudoniem is ook niet waar het om draait, maar slechts een onderdeel. Dat het van oorsprong traditie is dat de sociale orde werd omgedraaid en de arme bevolking tijdelijk de macht overneemt, daar gaat het ook allang niet meer om, maar is een voelbaar onderdeel geweest. Het gaat niet over het feit dat je volledig en zonder excuus jezelf kunt zijn zonder dat iemand daar iets van vindt. Onderdeel. En het gaat al helemaal niet over het feit dat een broodje frikandel speciaal en een frietje met opeens verworden is tot het beste eten wat je je op aarde voor kunt stellen, ook dat is slechts onderdeel.
Carnaval gaat echt helemaal nergens over. Je ziet ladderzatte mensen strompelen en tegen lantaarnpalen pissen, en je hebt geen idee waarom diegene daar terecht is gekomen of waarom ‘ie daar zou willen zijn. Een oordeel is makkelijk geveld als je het van veraf bekijkt. Maar als je carnaval van dichtbij meemaakt weet je: er hangt naast een gemengd parfum van bier, kots en pis, vooral een ongenaakbaar gevoel van saamhorigheid in de lucht. En als je dat proeft, dan zijn al die andere vervelende geuren slechts bijvangst. Carnaval lijkt nergens over te gaan, maar dat gevoel gaat alles te boven. Behalve, kennelijk, de rivieren.
Plaats bericht